Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
4 augustus, 2021
De heilige zeven jongelingen van Efese: Antoninos (Serapion), Dionysios, Exakoustodianos (Konstantinos), Jamblichos (Malchos), Joannes, Martinianos en Maximilianos. Als zonen van vooraanstaande burgers waren zij in de officiersopleiding van het leger. Tijdens de vervolging van Decius begrepen zij dat zij weldra opgeroepen zouden worden om hun trouw aan de afgoden te betuigen of terecht te staan. Zij wilden zich daarop voorbereiden door gemeenschappelijk gebed en trokken zich daarom enige dagen terug in een grot, die zij tijdens oefeningen in de omgeving hadden gevonden. Dit was echter ook aan anderen bekend en zo kwam de zaak de keizer ter ore. Deze liet nu de ingang van de grot door zware rotsblokken versperren, opdat de ingeslotenen van honger zouden omkomen.
Ongeveer 170 jaar later, hoorde keizer Theodosios de Jongere dit verhaal. Hij liet de grot opzoeken en openbreken om de relieken te bergen, maar men vond geen gebeenten doch 7 slapende jongemannen. Deze ontwaakten en vertelden wat hun overkomen was, als getuigen van de mogelijkheid van de opstanding. Enkele dagen later stierven zij in vrede, tussen 429 en 445.
Zij worden door de Kerk aangeroepen voor zwaar zieken die niet tot rust kunnen komen. Hun gedachtenis wordt ook wel gevierd op 27 juli.
De heilige Eudokia heeft in Perzië geleden onder koning Sapor, rond 363. Zij was een geleerde vrouw, gekomen uit het Oosten, en goed onderricht in de Heilige Schrift. Zij bekeerde velen tot het ware geloof en werd daarom gearresteerd, zwaar gegeseld en zonder verzorging gevangen gezet, om zo haar wilskracht te breken. Toen zij na enkele maanden nog altijd van geen toegeven wilde horen, werd zij aan steeds zwaardere martelingen onderworpen en tenslotte onthoofd.
De heilige Eleutherios was kamerdienaar van keizer Maximiaan en sinds lang reeds neigde hij naar het christendom maar hij had nog geen besluit durven nemen. Tenslotte wilde hij het toch niet langer uitstellen, maar hij poogde zo weinig mogelijk risico te lopen. Hij vroeg daarom ziekteverlof om wat te mogen uitrusten op zijn buitengoed.
Daar werd hij gedoopt en hij liet daar ook een onderaards kerkje inrichten, dat slechts toegang had vanuit de bodem van een oude put. Aan het hof teruggekeerd, werd hem door Maximiaan gevraagd waarom hij zo lang was weggebleven. Hij antwoordde hem dat het verblijf buiten de stad hem zo goed had gedaan. Intussen had een van zijn mededienaren de keizer ingelicht dat Eleutherios christen was geworden. Maximiaan liet zich uitnodigen op het buitengoed, en omdat hij op de hoogte was van de gewoonte der christenen, in de onderaardse begraafplaatsen van de catacomben kerken te bouwen en zich te verschuilen, liet hij de droge put onderzoeken.
Toen kwam alles aan het licht, en Eleutherios werd ter plaatse onthoofd, in het jaar 308. Toen Konstantijn zijn rivaal Licinius overwonnen had, en de vervolging ten einde was, werd hier een bovengrondse kerk gebouwd om Eleutherios als martelaar te eren.
De heilige Euphronius, bisschop van Autun. Hij leefde in de bloeitijd van de Kerk in Gallië, toen vele bisdommen door heiligen werden geleid, die onderling door sterke vriendschapsbanden waren verbonden. Het was ook de tijd van de strijd tegen het semi-pelagianisme, waarbij het ging om de juiste verhouding tussen de menselijke vrije wil en de goddelijke genade. Hij nam deel aan het daartoe gehouden concilie van Arles in het jaar 475. Enige tijd later is hij gestorven.
De heilige Euphronius, bisschop van Tours, was een kleinzoon van de gelukzalige Gregorius, bisschop van Langres. In 556 werd hij door de geestelijkheid en het volk van Tours tot bisschop gekozen, welke keuze door koning Clotarius I werd bevestigd. Hij was iemand met grote overtuigingskracht en reeds het volgende jaar speelde hij een belangrijke rol op het concilie van Parijs.
Daarna wijdde hij zich aan de heropbouw van Tours, dat door de burgeroorlogen bijna volkomen verwoest was. Telkens moest hij ook tussenbeide komen om het volk te beschermen tegen de schraapzucht van de graven uit dit gebied, die zich wilden verrijken ten koste van de rechteloze armen. Hij was begiftigd met de gave van helderziendheid en wist herhaalde malen wat er op grote afstand gebeurde, alsof hij erbij tegenwoordig was. Hij is gestorven in 573 en werd opgevolgd door zijn bloedverwant, de vermaarde Gregorius van Tours, de grote geschiedschrijver van het oude Frankrijk.
De heilige Ia en haar medemartelaren, de bisschop Heliodoros, de priester Dosa en vele anderen. Ia was een Griekse, die in Bizala door de Perzen gevangen genomen en in slavernij was gebracht. Zij sprak met zoveel geestdrift over Christus dat een aantal Perzische vrouwen tot het geloof kwam. Dit leidde tot een aanklacht. Ia werd gevangen gezet en maandenlang op steeds heviger wijze gefolterd, maar niets kon haar geestkracht breken. Ten laatste is zij tijdens de folteringen gestorven.
Bisschop Heliodoros stierf na de foltering in de gevangenis. De priester Dosa werd met het zwaard afgemaakt, evenals de andere martelaren, rond het jaar 360. Toen het nieuws van hun martelaarschap Konstantinopel bereikte, werd daar een kerk opgericht ter ere van de heilige Ia.
De heilige Lugil, een van de grote kloosterstichters in Ierland (volgens de heilige Bernardus waren dat er 100). ln zijn regel legde hij grote nadruk op de zwijgzaamheid, om zo de ingekeerdheid van het gebed te bewaren. Hij is gestorven in 622. (Volgens sommige bronnen is hij dezelfde persoon als de heilige Molua, zie hieronder.)
De heilige Molua (Luaid, Lugidus), abt van Clonfert in Ierland, was als kind een leerling van de heilige Finnian. Later kwam hij onder de leiding van de heilige Comgall, bij wie hij ook monnik werd. Toen zijn persoonlijkheid geheel tot ontwikkeling was gekomen, zond Comgall hem uit naar zijn geboortestreek, de omgeving van Munster en Limerick, om daar nieuwe kloosters te stichten. Door zijn aantrekkelijke persoonlijkheid kwamen daar al spoedig vele monniken. Na bijna 50 jaar als monnik te hebben geleefd, is hij gestorven tegen het jaar 606.
Enkele voorvallen uit zijn levensbeschrijving werpen een verrassend licht op zijn karakter, op de wijze waarop hij met zijn monniken omging en op de eerbied die hij toonde voor ieders geaardheid.
Een van zijn monniken weigerde steeds weer zijn cel met iemand te delen. Op een koude winterdag kwam Molua bij hem en vond hem zitten voor een aangenaam vuur. De ander nodigde hem uit binnen te komen en zijn voeten te warmen omdat het zo koud was. De monnik moest weg maar vroeg de abt rustig te blijven zitten tot hij terug was. Bij zijn terugkomst vond hij Molua die als maar heen en weer liep van de ene kant van het vuur naar de andere kant om zich te warmen. Toen de ander verbaasd vroeg waarom hij dat deed, antwoordde Molua: “Zo’n lekker vuur, daar moetje toch aan beide kanten van profiteren, het is toch zonde om de helft van die warmte te verspillen”. De monnik begreep de hint en deelde voortaan de ruimte met een ander.
De bard Conan kwam in het klooster en wilde monnik worden. “Ik kan wel gedichten maken, maar voor handwerk deug ik niet”, verklaarde hij. De abt stelde voor hem les te geven, en dat vond de ander prachtig. Molua haalde een sikkel en ze gingen naar een weiland dat overgroeid was met distels. Hij liet zien hoe je een sikkel moest vasthouden en zei: “Vooruit sla maar op die distel los, het is in een oogwenk gebeurd”. En inderdaad, Conan maakte een zwaai en de distel viel om. “Schitterend, zo moet het. Geef me de sikkel, dan gaan we naar huis”. De volgende dag maaiden ze zo twee distels, toen drie, en het duurde niet lang of Conan kon per dag evenveel distels maaien als slechte verzen schrijven, merkt de kroniekschrijver ondeugend op.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Thathouel door ophanging om het leven gebracht; Epifanios en Isidoros; Tertullinus, priester te Rome, na lang- durige martelingen onthoofd; en Kosmas van Aitola, Nieuwe bisschop-martelaar, ( zie 24 augustus ).
Eveneens op deze dag de heilige Balmadus, kluizenaar in Frankrijk, in de 6e eeuw; Perpetua met haar zoon Nazarius en haar man Africanus te Rome, zij was gedoopt door de apostel Petros; en Agabius, bisschop van Verona.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.