Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
15 juli, 2021
De heilige Abudimos kwam tijdens de regering van Diokletiaan van het eilandje Tenedos naar het vasteland. Toen hij zich bekruiste om aan land te gaan, werd hij als christen herkend en meteen gegrepen. Toen hij weigerde Christus te verloochenen door aan de afgoden te offeren, werd hij hevig gefolterd en tenslotte onthoofd, rond het jaar 300.
De heilige Donald (Donevaldus) met zijn negen dochters leidde een buitengewoon christelijk leven in de Ogilvy-vallei in Forfarshire. Het heeft blijkbaar een grote indruk gemaakt op de omgeving, want allerlei plaatsen dragen nog steeds de naam ‘De Negen Maagden’. Na de dood van hun vader, in 716, trokken de dochters naar Abernethy, waar ze leefden in een holle eik bij de Negen-Maagden-Bron.
De heilige Gondena leefde te Carthago en had haar maagdelijkheid aan de Heer gewijd, zoals veel jonge vrouwen reeds deden voordat er nog kloosters bestonden. Zij was algemeen geliefd door haar zachtaardigheid en de ernst van haar leven en maakte een tere, broze indruk. Toen zij als christin voor de rechtbank werd gebracht, meende de rechter haar gemakkelijk te kunnen intimideren maar hij moest ervaren dat niet alleen zijn dreigementen zonder uitwerking bleven, maar dat ook de foltering op de pijnbank, waarop hij haar tot viermaal toe steeds wreder liet pijnigen, niet in staat was haar trouw aan God te breken. Zij werd toen zonder verzorging in een smerig hol opgesloten, maar met onwrikbare standvastigheid bleef zij de naam van Jezus Christus verheerlijken. Toen is zij tenslotte onthoofd.
De heilige Swithin, bisschop van Winchester gewijd in 852. Hij was monnik van de oude abdij die in Winchester gesticht was door koning Kinegils. Als briljant geleerde en gezegend met leiderstalent werd hij aangesteld als overste. Hij werd de persoonlijke priester en de vertrouwde raadsman van de koningen van Wessex, Egbert, en diens zoon Ethelwulf, die hem tot voornaamste leermeester had. In zijn tijd steeg de invloed van het vorstendom Wessex en de omringende graafschappen werden eraan schatplichtig.
Als bisschop onderscheidde hij zich door zijn eenvoud, zijn toewijding en zijn liefdevolle zorg voor de armen. Door zijn diocees reisde hij altijd te voet, in gezelschap van enkele priesters, om gemakkelijker contact te maken met mensen onderweg, en wanneer de tijd drong, reisde hij ‘s nachts, om oponthoud te vermijden. Hij was uiterst matig in eten en drinken en een groot deel van de nacht gebruikte hij voor persoonlijk gebed, vooral wanneer hij een wijding moest verrichten of een belangrijke beslissing moest nemen. Vooral de psalmen waren voortdurend in zijn mond en in zijn gesprekken zocht hij steeds iets wezenlijks voor de ander te bereiken. Hij is gestorven in 862 en hij genoot zulk een aanzien bij het volk dat zijn naam verbonden is met verschillende engelse zegswijzen.
De heilige Plechelmus was een Schot die met de heilige bisschop Wiro en de heilige diaken Otger naar de Lage Landen kwam voor het missiewerk. Van Pepijn van Herstal kreeg hij een grondbezit bij Roermond, van waaruit hij zijn missiereizen ondernam in de omgeving. Daar is hij ook gestorven in de 8e eeuw.
De heilige Wladimir, kleinzoon van de christenprinses Olga, kwam in 980 op de russische troon. Hij was een heidense barbaar en had twee christenen ter dood gebracht omdat de ene geweigerd had zijn zoon te laten offeren aan de god van de donder.
Omdat hij nu aan de macht was, werd hij bezocht door gezantschappen van oost en west, die duidelijk lieten blijken dat de Russen barbaars en achterlijk waren door hun armelijke levenswijze en hun afgodendienst. Moslims, Katholieken, Joden en Grieken schilderden de voordelen van hun eigen gods- dienst en spraken elkaar tegen. ln 986 legde Wladimir de kwestie voor aan zijn raad van edelen. Zij zeiden dat het nogal vanzelfsprekend was dat iemand niets slechts vertelde van zijn eigen godsdienst, en dat er op deze wijze geen conclusie mogelijk was. Het beste zou zijn een delegatie te zenden naar de verschillen- de landen om de zaken met eigen ogen te bezien.
Dit plan werd ten uitvoer gebracht. De tocht naar het Westen leverde niet veel op, maar geheel anders was het verslag dat ze uitbrachten over Konstantinopel. Deze stad had het toppunt van haar ontplooiing bereikt en in heel de bekende wereld bestond er geen bouwwerk dat de door Konstantijn gebouwde grote kerk, de Agia Sofia, kon evenaren. Zelfs nu in zijn ontluisterde toestand maakt het gebouw een onvergetelijke indruk, hoe moet het zijn geweest toen alles nog getooid was met de stralende rijkdom der mozaïeken?
De Russen werden erheen gebracht tijdens een van de grote feesten. En zij zagen de processies die door heel de kerk trokken, de patriarch in zijn plechtige gewaden met de stoet van priesters, diakens, wierokers en toortsdragers, de zonnebanen die zich vanuit de koepel scherp aftekenden in de wierookwolken door heel de ruimte, en zij hoorden de jubelende zang van de beste koren van het rijk. Heel het gebouw was gevuld met een deinende menigte die op de knieën vielen de gewaden van de celebranten trachtte aan te raken onder het roepen van Kyrie eleison, Kyrie eleison Het was of de engelenstoet uit de Cherubijnenhymne voor de ogen zichtbaar verschenen was. En teruggekomen bij Wladimir spraken ze de zoveel geciteerde woorden: “We wisten niet of we niet in de hemel waren: werkelijk, het is onmogelijk op aarde iets schoners te vinden. We kunnen niet beschrijven wat we gezien hebben. We kunnen alleen maar geloven dat God daar aanwezig is op onvergelijkelijk grootsere wijze dan in alle andere godsdiensten. Het is onmogelijk het te vergeten: wie eenmaal werkelijk zoetheid geproefd heeft kan het bittere niet meer waarderen; we kunnen niet langer in het heidendom blijven”. En zij voegden eraan toe: “Als de godsdienst der Grieken niet goed was, dan zou uw grootmoeder Olga, de wijste der vrouwen, die toch niet omhelsd heb- ben?” Dit argument nam de laatste bezwaren van Wladimir weg en hij gaf alleen maar als antwoord: “Waar zullen we gedoopt worden?”
Toen kwam in zijn hoogmoedige geest de gedachte op het christendom niet te ontvangen maar het te veroveren. Hij verzamelde zijn legers en ging scheep naar Chersonesos in Tauris, dat hij belegerde; en hij deed de gelofte de Doop te ontvangen wanneer de stad in zijn handen viel. Door het afsluiten van de verschillende aquaducten die de stad van water voorzagen, wist hij inderdaad de overgave af te dwingen.
Maar weer stelde Wladimir de doop uit. Hij zond een boodschap naar keizer Basilios om de hand van diens zuster Anna te vragen, met de belofte van zijn bekering en de bedreiging dat hij anders Konstantinopel zou aanvallen. De keizer was niet in een positie om te weigeren door de verzwakte toestand van het Rijk, en zoals hij zijn andere zuster Theofano aan de duitse keizer Otto had gegeven, zo werd Anna overgehaald zich op te offeren tot welzijn van het rijk en met die barbaarse prins in het huwelijk te treden.
Zij ging dus scheep met een heel gevolg van geestelijken, en bij haar komst werd de doopplechtigheid gearrangeerd. Wladimir had in die tijd een heftige oogontsteking zodat hij nauwelijks meer iets kon zien. Maar op het ogenblik dat de bisschop hem de hand oplegde voor de myronzalving na de doop, kwam de pijn tot bedaren en hij herwon het gezicht. En vol vreugde riep hij uit: “Nu heb ik de ware God gezien!”
Na zijn terugkee rin zijn eigen stad Kiev liet Wladimir zijn twaalf zonen dopen en begon het heidendom aan te vallen. Het grote houten afgodsbeeld van de dondergod Perun liet hij omverhalen, achter paarden aanslepen terwijl het onophoudelijk met zwepen geslagen werd, en tenslotte in de Dnjepr werpen, waar het roemloos door de stroom werd meegesleept. Dit moest al grote indruk maken op het volk.
Toen beval hij dat allen zich moesten voorbereiden op de doop. “Wie morgenochtend niet aanwezig is bij de rivier, rijk of arm, gering of machtig, die zal ik beschouwen en behandelen als mijn vijand”, zo luidde het bevel. En zo stond dan de hele bevolking in het water, zonder te weten waar het eigenlijk om ging. Sommigen stonden erin tot aan hun hals of iets minder diep, met hun kleine kinderen in de armen. De priesters stonden op de oever en lazen de doopge- beden, waarbij zij hele groepen samenvatten onder eenzelfde naam. Wladimir stond erbij, stralend van vreugde, en bad met geweldige stem: “Grote God Die hemel en aarde hebt gemaakt, zie neer op Uw nieuwe volk. Verleen hen om U te kennen, de ware God, zoals Gij Uzelf hebt doen kennen in alle christenlanden; en bevestig hen in waarachtig en onwankelbaar geloof. En sta mij bij, Heer, tegen mijn vijand die tegen mij opstaat, opdat ik, in vertrouwen op U en door Uw kracht, aan al zijn lagen mag ontkomen.”
Wladimir begon toen aan zijn taak om het volk te beschaven. Hij bouwde kerken in al zijn steden en stelde er priesters aan voor de prediking. Hij stichtte scholen en dwong de Bojaren en edelen er hun kinderen heen te zenden, wat zij slechts met veel tegenzin deden. Hij bouwde ziekenhuizen en reizigersverblijven, stelde talloze slaven in vrijheid en loste zware schulden afvan wie in nood verkeerden. De hulpelozen zond hij wat ze behoefden en hij stichtte gastvrije tafels voor de armen. Hij organiseerde hulpdiensten voor bedlegerigen. leder die in nood verkeerde, kon zich tot hem wenden om geholpen te worden.
Reeds weinige jaren later kwam de eerste kerkelijke organisatie van Rusland tot stand: metropoliet Leontios richtte vijf bisdommen op: Novgorod, Rostov, Tsjernikov, Wladimir en Belgorod. Intussen had Wladimir zijn macht steeds verder uitgebreid. Het scherpe contrast tussen zijn oorspronkelijke woeste wreedheid en losbandig leven, en zijn mildheid en morele zuiverheid na zijn doop, bewijst de oprechtheid van zijn bekering. En met recht wordt hij om Zijn levenswerk de ‘Apostelgelijke’ genoemd en de ‘Vader des vaderlands’. Hij is gestorven in 1015.
De heilige Kerykos, drie jaar oud, en zijn moederJulitta. Zij waren samen uit lkonion gevlucht toen daar de vervolging uitbrak, onder Diokletiaan, maar de bestuurder van Tarsos, waar zij terecht kwamen, bleek nog veel wreder te zijn. Julitta en haar kind werden gegrepen, en Kerykos begon hard te huilen toen zijn moeder zwaar gegeseld werd. De rechter wilde hem op de knie nemen om hem te troosten, maar de kleine Kerykos verzette zich uit alle macht en spuwde de vervolger in het gezicht. Toen smeet deze het kind woedend van zich al, zodat het langs de stenen trappen omlaag viel en dood, ter aarde lag. De moeder werd toen niet langer gemarteld maar onthoofd in 305.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Lollianus, die door zijn beulen werd doodgetrapt; Felix, bisschop van Pavia; Eutropius en de zusters Zosima en Bonosa te Porto; de diaken Catulinus, met Januarius, Florentius, Julia en Justa, ter dood gebracht in Carthago; Philippus, Zeno, Narseus en tien kinderen in Alexandrië; de arts Antiochos te Sebaste in Armenië, onthoofd ten tijde van Hadrianus, met de beul Kyriakos, die zich bekeerde en toen zelf werd onthoofd.
Eveneens op deze dag de heilige Justinlanus II, de Nieuwe, was keizer van Byzantium van 685 tot 695, toen hij stierf na een godvruchtig leven; Aprona‚ maagd in Toul, 6e eeuw; Eternus, bisschop van Evreux, 7e eeuw; Benedictus‚ bisschop van Angers, 9e eeuw; en Athanasius‚ bisschop van Napels, die ten tijde van Karel de Kale in ballingschap gestorven is.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.