Heiligen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Heiligen van de dag

8 juli, 2021

De heilige Anastasios, monnik-martelaar, leefde in de nabijheid van Konstantinopel. Door zijn heilig leven stond hij in aanzien bij de mensen, en wanneer hij tegen de islam sprak, had zijn woord gezag. Daarom is hij door het turkse bewind onthoofd in 1743.

De heilige Paulos, de nieuwe martelaar. Hij was een der slachtoffers van de ikonoklastische keizer Konstantijn Kopronymos. Als metselaar kreeg hij de opdracht de gezichten weg te breken uit de fresco’s en de mozaïeken van de Blachernakerk in Konstantinopel, waarop het gehele Evangelie stond afgebeeld, vanaf de Geboorte tot de Nederdaling van de Heilige Geest. Paulos weigerde en zei tegen de keizer dat die geheiligde afbeeldingen een weg waren om ons tot Christus te leiden. De keizer antwoordde met de vraag hoe het mogelijk kon zijn de onbegrijpelijke, onzichtbare, onvatbare God uit te beelden, Die zelfs niet in ons begrijpen bestaat maar alleen in de oneindigheid? Hoe kan het onverbeeld- bare vertegenwoordigd worden door een schildering, de Ongekende door lijnen en kleuren? En als een volleerde theoloog gaf Paulos ten antwoord: ‘Uitsluitend omdat God vleesgeworden is’.
Hij werd toen aan allerlei martelingen onderworpen, maar hij bleef weigeren om de ikonen van de Verlosser en van de Moeder Gods te vertrappen. En telkens opnieuw werd hij zwaarder gefolterd, totdat hij stierf, in 766.

De heilige Prokopios was in Palestina de eerste martelaar die stierf door de vervolging van Diokletiaan, als lektor van de kerk van Skythopolis. Hij was geboren in Jeruzalem en van jongsaf had hij in reinheid en onthouding geleefd. Als voedsel gebruikte hij alleen maar water en brood en zijn gedachten waren voortdurend bezig met de dingen van ons geloof. Hij sprak vloeiend Syrisch en vertaalde de preken van de grote syrische redenaars. Ook was hij een veel gevraagde exorcist.
Tijdens de vervolging werd hij naar Caesarea gezonden, maar de wachters aan de Stadspoort hadden al instructie om ieder te vragen of hij soms christen was. Prokopios bevestigde dit en werd toen voor de stadsbestuurder geleid die hem beval aan de afgoden te offeren. Toen zei Prokopios dat er maar één God is en dat Hij de Schepper is van al wat bestaat. De gouverneur erkende dat dit waar is en dat hij dat ook geloofde, maar dat hij daarom best kon offeren aan de genius van de keizer. De martelaar antwoordde met een versregel uit Homeros: ‘Het is niet goed om teveel heren te hebben. Er is maar één God en één koning’. Toen werd hij onthoofd, begin 4e eeuw.

De heilige Prokopios, de grootmartelaar, was geboren uit een christenvader en een heidense moeder, maar zijn vader was kort na Prokopios’ geboorte gestorven, zodat hij heidens werd opgevoed. Hij bekleedde een vertrouwenspositie aan het hof van keizer Diokletiaan, en werd naar Egypte gezonden met de opdracht daar de christenvervolging te organiseren. Onderweg hoorde hij een stem uit de hemel die tot hem sprak: ‘Ik ben Christus de gekruisigde, de Zoon van God’. Dit visioen greep hem zo aan dat hij zijn reis onderbrak, naar Jeruzalem ging en zich liet dopen. Zijn moeder was hierover zo woedend dat ze hem aan de autoriteiten verried.
Prokopios werd gevangen genomen, ondervraagd en zwaar gemarteld. Maar hij verdroeg dit zo moedig en zijn antwoorden waren zo overtuigend dat twee afdelingen soldaten, met hun overste en velen van hun vrouwen, zelfs zijn moeder, tot Christus kwamen en in de Kerk werden opgenomen. Om hieraan een einde te maken werden allen op één dag onthoofd in 303, te Caesarea in Palestina. Zijn naam betekent: hij die aanspoort. Zijn moeder werd in de doop Theodosia genoemd. Van de anderen zijn nog de volgende namen bekend: de tribunen Antiochos en Nikostratos, met Audax en Sabas.

De heilige Theofilos, de Myronvloeiende, was een slavische priester uit Makedonië die monnik geworden is op de Athos, waar hij als een heilige vereerd wordt om de grote genadegaven die hem zo zichtbaar tekenden. Hij is gestorven in 1548 en zijn relieken bevinden zich in het Pantokratorklooster omdat hij leefde in het bij dat klooster behorende kellion van de heilige Basilios.

De heilige Landrada was geboren in Bilsen, Limburg, in het diocees Luik. Zij was de enige dochter van graaf Wandregisl, en haar moeder was familie van Pepijn van Landen. Zij werd opgevoed met alle zorg die aan meisjes van haar rang besteed werd, maar al heel vroeg hechtte zij geen waarde aan de eerbewijzen waarmee men haar bejegende. Reeds als kind toonde zij zoveel oprechte deemoed en liefde voor het gebed dat ze als toonbeeld van christelijke volmaaktheid werd beschouwd.
Zij weigerde later alle huwelijkskandidaten en nadat zij zich thuis geoefend had in het voortdurend gebed, trok zij diep in het nabijgelegen woud. Daar liep ze barrevoets, droeg slechts een ruw haren kleed en bouwde eigenhandig een hutje om in te wonen. Ze sliep op de grond en at slechts brood met water. Van tijd tot tijd werd zij daar bezocht door de heilige Lambertus, de bisschop van Luik, die haar opwekte een kerkje te bouwen ter ere van de Moeder Gods.
De stenen werden per schip aangevoerd, maar Landrada deed verder al het handwerk zelf. ln 689 werd de kapel geconsacreerd en Lambertus stuurde ook verschillende jonge meisjes om onder haar leiding hun kloosterleven te beginnen. Zo werd de grondslag gelegd van de bekende abdij van Munster-Bilsen, maar Landrada stierf reeds spoedig, in 690.

De heilige Prokopios van Oestjoeg, dwaas om Christus. Hij was een duits koopman die door zijn handel in Novgorod kwam en diep onder de indruk raakte van de Orthodoxie. Hij hief zijn handel op, verdeelde heel zijn vermogen onder de armen en trad in het klooster van de heilige Warlaam Chutinsky. Deze omkeer was hem echter nog niet radikaal genoeg, hij wilde letterlijk leven volgens het Evangelie. Daarom verliet hij de geborgenheid van het klooster en trok naar het onbekende Oestjoeg om te leven als een der allerminsten, en hij verborg zijn intelligentie onder een mom van dwaasheid. Hij trok toch de aandacht en men gaf hem geld en eten, maar behalve het allernoodzakelijkste voor zijn eigen leven, deelde hij heel de rest weer uit onder zijn lotgenoten. Er waren ook mensen van wie hij niets wilde aannemen en dezen werden zich er daardoor van bewust dat zij zich verrijkt hadden ten koste van anderen. Hij had geen vaste verblijfplaats, maar overnachtte wanneer het te koud werd in de portiek van een of andere kerk of klooster. Zo is hij ook gestorven in 1303.

De heilige Grimbald, geboren te Saint-Omer, was grootgebracht in de abdij Saint-Bertin. Na een briljante studie werd hij daar ook monnik. Toen de engelse koning Alfred de Grote op pelgrimsreis was naar Rome, verbleef hij ook enige tijd in deze abdij. Hij kwam in contact met Grimbald en hij voelde voor hem een ware verering. Bij zijn terugkeer in Engeland benoemde hij hem daarom tot theologie- professor aan de nieuw gestichte universiteit van Oxford, waarvoor hij nog veel andere beroemde leerkrachten wist te vinden.
Maar na de dood van Alfred trok Grimbald zich terug in de nieuwe abdij van Winchester, waarvan hij de eerste abt werd. Nu kon hij zijn tijd geheel verdelen tussen gebed en studie. Tijdens zijn laatste ziekte, toen hij al heel erg verzwakt was, ontving hij met uiterste inspanning geknield de heilige Communie. Daarna bleef hij drie dagen alleen met zijn cellenmonnik om geheel ongestoord te kun- nen bidden. De vierde dag liet hij de communauteit bijeenkomen rond zijn sterfbed en tijdens de laatste gebeden gaf hij rustig de geest, niet lang na 900.

De heilige Kiliaan‚ bisschop van Würzburg en apostel van Franconia, was een van die ierse monniken die in de zesde en zevende eeuw overal in Europa missiewerk verrichtten. Hij stond in Ierland aan het hoofd van een klooster, alom geëerd om zijn heiligheid en grote geleerdheid. Hij werd daarom eerst priester en later bisschop gewijd.
Maar hoezeer hij ook bemind was bij zijn geestelijkheid en bij het volk, toch ontwaakte ook in hem de roeping om Gods werk te doen aan de overkant van de zee. Hij is waarschijnlijk per boot de Rijn opgevaren tot aan Asschaffenburg en daar de Main gevolgd tot het Spessartwoud. In dat nog steeds prachtige natuurgebied wilde hij zich vestigen. Daartoe ging hij eerst een opdracht halen in Rome, in 687. Men overtuigde zich van zijn rechtgelovigheid en geleerdheid en Kiliaan kreeg toen alle medewerking.
Teruggekeerd naar Würzburg leerde hij allereerst de taal. Zijn warme liefde, hulpvaardigheid en welsprekendheid, het voorbeeld van zijn vurig gebed en zijn diepe aandacht, maakten grote indruk. Ook Gosebert kwam vaak ‘s nachts met hem spreken en bekeerde zich. En toen deze zich liet dopen volgde hem een groot deel van zijn onderdanen. >
Na enige tijd begon Kiliaan Gosebert erover te onderhouden dat hij met de broer van zijn vrouw getrouwd was, wat kerkelijk niet geoorloofd is, en dat dit huwelijk dus ontbonden moest worden. Gosebert antwoordde dat hij nu wel iets heel moeilijks vroeg. maar dat hij al zoveel offers gebracht had uit liefde tot God, dat hij ook dit wel zou volbrengen. Maar hij vroeg uitstel tot hij terugkeerde van een militaire expeditie. Intussen werd Kiliaan door enkele huurmoordenaars om het leven gebracht, samen met twee priesters, met wie hij de Metten aan het bidden was, in 689. Zo had zijn episcopaat slechts enkele jaren geduurd, maar het had toch rijke vrucht gedragen.

De heilige Withburga was een dochter van de koning der Oost-Engelsen en van jongs af aan God gewijd. Zij leefde heel teruggetrokken in het klooster van Holkam, maar toen zij na de dood van haar vader de beschikking kreeg over haar erfdeel, ging zij naar Dereham waar ze een groep jonge vrouwen rond zich verzamelde om met hen een klooster te beginnen. Zij stierf echter reeds in 743, toen pas de fundamenten van het nieuwe gebouw waren gelegd.

Ook nog op deze dag de Abrahamiten, monniken die te Konstantinopel om de verering der heilige ikonen de marteldood zijn gestorven; vijftig soldaten, bekeerd door de heilige Bonosa, gedoopt door de heilige paus Felix, ter dood gebracht tijdens de vervolging van Aurelianus.

Eveneens op deze dag de heilige Prokopios, monnik van Usia; Ducellinus, monnik, 5e eeuw; Auspicius, bisschop van Toul, 5e eeuw; Vaury, kluizenaar, 6e eeuw; Belder, monnik, 7e eeuw.

Gedachtenis van de ikoon van de heilige Moeder Gods van Kazan. Na de grote brand van 1579, waarbij een groot deel van de stad in as werd gelegd, verscheen de Moeder Gods herhaalde malen in de droom aan een negenjarig meisje, Matrona. Zij gaf haar opdracht door de overheden van de stad onder de as van haar huis te laten zoeken naar een daar verborgen ikoon. In het begin werd er natuurlijk geen enkel geloof aan gehecht, maar tenslotte bezweek de moeder voor de aandrang van het kind en begon te graven. Tenslotte vond het meisje zelf de nu zo bekende ikoon, die daarna in plechtige processie door de bisschop naar de kerk werd gebracht. De aanwezige priester was Hermogenes, later patriarch van Moskou en Rusland. De tsaar liet op de plaats van de vondst een vrouwenklooster bouwen, waar Matrona onder de naam Martha een van de eerste monialen, en later hegoemena werd.
Deze ikoon wordt ook herdacht op 22 oktober omwille van de bevrijding van Moskou drie en dertig jaar later uit de hand van de Polen, in 1612.
Ook op een tiental andere plaatsen wordt vandaag het feest gevierd van de wonderbare verschijning van een Moeder Godsikoon in de loop van de zeventiende eeuw.

Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.

teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.

Gegevens

Datum:
8 juli, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie