Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
2 mei, 2021
De vondst van de relieken van de heilige Athanasios de Grote, aartsbisschop van Alexandrië, 296-373. Aan zijn roeping is een mooi verhaal verbonden: Bisschop Alexander woonde in een huis dicht aan het strand. Uit zijn raam zag hij een groepje jongens, verdiept in hun spel, en het leek wel of zij een godsdienstige ceremonie opvoerden. De bisschop liet ze bij zich brengen en na enig aandringen kwam eruit dat ze de doopplechtigheid hadden gedaan, en daarbij ook een bisschop gekozen hadden. Het bleek dat dit knaapje de gehele dienst uit het hoofd kende, met alle vragen en antwoorden die erbij behoorden. Alexander was onder de indruk en nam de kleine Athanasios in huis.
De jongen groeide op en bleek alle beloften waar te maken, zodat er een diepe vriendschap ontstond tussen de oude en de jonge man. Athanasios werd aartsdiaken en vergezelde de bisschop naar het eerste Concilie dat door de keizer bijeengeroepen was te Nicea. om een einde te maken aan de verdeeldheid die de Kerk verscheurde.
In Alexandrië leefde namelijk een parochiepriester‚ Arios genaamd, een man van grote talenten en bijzondere welsprekendheid. Hij had er daarom op gerekend patriarch van Alexandrië te worden, en was bitter teleurgesteld toen Alexander boven hem verkozen werd. Zijn twijfel aan de leiding van de Kerk, ging langzamerhand over in twijfel aan de leer van de Kerk. Hij stelde zijn eigen, briljante, verstand boven de vurige overtuiging van verkondigers van het Evangelie, en kwam tot de conclusie dat Christus toch niet werkelijk God kon zijn. Voor het menselijk verstand is het een onoplosbare tegenspraak dat een persoon tegelijk God en mens zou kunnen zijn.
Hij begon daarom, eerst in persoonlijke gesprekken, maar langzamerhand ook vanaf de kansel, de eeuwige Godheid van Christus in twijfel te trekken, ja steeds sterker te ontkennen. Alexander aarzelde hiertegen op te treden, omdat hij bang was dat hij misschien uit wraakzucht moeilijkheden zou maken tegen iemand die zich zo fel tegen zijn wijding verzet had. Maar nu begon men hem te beschuldigen zelf niet orthodox in de leer te zijn, en heethoofdige priesters begonnen al een rechtgelovige sekte te vormen en priesters te wijden. Er moest worden ingegrepen en Alexander riep een Synode van de Afrikaanse Kerk bijeen om de zaak tot klaarheid te brengen.
Intussen greep de leer van Arios snel om zich heen. Arios was een indrukwekkende verschijning: groot van gestalte, reeds op leeftijd, met een door vasten en boetedoeningen- ingevallen gezicht, met diepliggende brandende ogen. Hij had een uiterst waardige wijze van optreden, een prachtige, diepe stem en hij wist aan zijn woorden een overtuigende en overredende kracht mee te delen. En het leek ook veel redelijker om aan te nemen dat Jesus een bijzonder mens was, gedreven door goddelijke inspiratie, dan Hem te beschouwen als één van Wezen met de Vader, en God van alle eeuwigheid. Ook in onze tijd wordt deze overtuiging door velen gedeeld, al is er niet meer de naam van Arios aan verbonden, doch alleen maar het begrip: modern, of eigentijds.
Een honderdtal bisschoppen kwamen samen in Alexandrië in 320. Arios gaf als zijn standpunt dat Christus de Eerste was van alle schepselen en slecht in die zin de Eengeboren Zoon van God. En dat Hij daarom in staat was om van God af te vallen en slecht te worden. Bijna eenstemmig werd deze leer door allen veroordeeld: doch twee bisschoppen, vijf priesters en zes diakens kozen de zijde van Arios. Zij verspreidden zijn leer door heel Egypte en Lybië. Arios zelf ging naar Syrië en vond daar veel bijval. Van daaruit verspreidde zich het Arianisme over heel de christenwereld. Er ontstond ernstige verdeeldheid, de twistende partijen kwamen steeds feller tegen elkaar in het geweer. De Kerk, die onder keizer Konstantijn zojuist haar vrijheid gewonnen had, dreigde nu aan onderlinge onenigheid ten onder te gaan.
Op raad van de spaanse bisschop Hosios, de vertrouwde raadsman van keizer Konstantijn, riep deze in 325 een synode bijeen, waarop alle bisschoppen van het rijk waren uitgenodigd. Hier werd voor het eerst het geloof over het wezen van Christus als volkomen God en volkomen Mens, door de gehele Kerk op plechtige wijze geproclameerd. Deze bijeenkomst is de geschiedenis ingegaan als het Eerste oecumenische Concilie van Nicea.
Op dit Concilie kwamen de kwaliteiten van Athanasios, die als diaken door zijn bisschop was meegenomen, op heel bijzondere wijze tot uiting. De heldere wijze waarop hij de moeilijkste vraagstukken wist te formuleren, en de overtuigingskracht van zijn argumenten maakte grote indruk, en bijna vanzelfsprekend werd hij, na de dood van Alexander in 326, de volgende patriarch van Alexandrie. Athanasios was klein van gestalte maar tegelijk een formidabele persoonlijkheid die zich echter verzette tegen gewelddadig optreden. Slechts door zijn groot redenaarstalent en zijn overtuigende redeneerkunde, zette hij zich steeds weer in om overal de orthodoxe leer van de volkomen Godheid van de mens Jezus Christus te verkondigen. Daardoor had hij een moeilijke verhouding met de verschillende keizers die hij in zijn lange leven meemaakte. Zijn ballingschappen onder verschillende ariaans-gezinde keizers, vergrootten echter juist zijn invloed in heel de toenmalige beschaafde wereld. Tegelijk maakte hij door zijn ballingschappen in heel Europa een intens soort christelijk leven bekend, het monnikenideaal zoals dat belichaamd was in de grote woestijnmonnik Antonios.
Zowel zijn optreden bij de verschillende Synodes, als de polemische geschriften en prekenbundels die van hem bewaard werden, maken hem tot een der grote Kerkvaders. Maar misschien nog meer invloed heeft Athanasios uitgeoefend door een klein literair geschrift: de levensbeschrijving van de heilige Antonios, welke aan de wieg stond van de uitbreiding van het monnikwezen over heel de Kerk. Athanasios is gestorven in 373. Tijdens zijn lange bestuur is hij 5 maal van zijn zetel verdreven, maar telkens weer teruggehaald. Toch moest hij bij elkaar 17 jaar in ballingschap leven.
Zijn gedachtenis wordt ook gevierd op 18 januari.
De heilige martelaren Hesperos (Exuperios) en Zoë waren een slavenechtpaar te Attalia in Pamfilië. Toen hun zonen Kyriakos en Theodoulos wat groter werden, hoorden ze uit de brieven van Paulos voorlezen: “Vorm geen ongelijk span met ongelovigen”. Ze hadden nog te weinig van Paulos’ Brieven gelezen om hem werkelijk te kunnen begrijpen, en geheel tegen de geest van Paulos in, zeiden ze toen tegen hun moeder: “Dan komt het toch niet te pas dat wij slaven van een heiden zijn?” Omdat de moeder nauwelijks méér wist dan de jongens, kwamen ze overeen zich tegen hun meester te verzetten.
In een maatschappij, waar heel het economische leven berustte op slavenarbeid, was opstandigheid van slaven een onduldbare misdaad, die meedogenloos moest worden onderdrukt Het gehele gezin werd daarom, na allerlei martelingen, levend verbrand, tijdens de regering van keizer Hadrianus (117-138).
De wonderwerker Jordanos in vrede gestorven in Griekenland.
Gedachtenis van de overbrenging van de relieken van de heilige dulders Boris en Gleb‚ in de Doop Romanos en David (1072 en 1115). Hun feest wordt eveneens gevierd op 24 juli.
De heilige Boris (Michael), vorst van Bulgarije. Nadat hij het christelijk geloof aanvaard had, begon hij te werken aan de verlichting van zijn volk. Patriarch Fotios zond hem op zijn veaoek priesters om het volk te onderrichten, maar onder de adel bleef er veel verzet. Toen hij oud geworden was, droeg Boris de regering over aan zijn zoon Wladimir, en trok zich terug in een klooster. Na vier jaar gordde hij zich echter weer ten strijde, nu tegen zijn eigen zoon, die zijn werk ongedaan poogde te maken en de christenen vervolgde. Hij wist hem te ontwapenen en droeg het bevel over aan zijn jongste zoon, Symeon. Vervolgens keerde Boris naar zijn klooster terug, waar hij gestorven is op deze dag in 906.
De heilige bisschop-martelaar Vindemialis, die door zijn prediking, vaak vergezeld van wonderen, het arianisme krachtdadig heeft bestreden. Onder de Vandalenvorst Hunerik werd hij gefolterd en onthoofd.
De heilige martelaar Germanus, bisschop in Gallië. Toen de heilige Germanus, de bisschop van Auxerre, in Engeland was om te helpen in de strijd tegen de ketterij van het Pelagianisme, bekeerde hij een schots echtpaar. Hij was gecharmeerd van hun kleine zoontje, werd daarvan de peter en gaf hem zijn eigen naam. De kleine Germanus wilde niets liever dan navolger zijn van zijn beroemde voorbeeld. Hij deed met glans zijn studies en werd opgenomen onder de geestelijkheid.
Kort daarna verliet hij zijn vaderland, stak over naar Gallië en begon Jesus Christus te prediken in de meer afgelegen streken, vooral in het land van de Moezel. Mede door de wonderen welke tijdens zijn prediking geschiedden, boden zich een groot aantal bekeerlingen aan.
Severus, de bisschop van Trier, wijdde hem toen bisschop, echter zonder hem een bepaalde zetel toe te wijzen, opdat hij zich vrijer zou kunnen wijden aan zijn apostolisch werk. Later predikte hij ook in Normandie en het noordfranse Picardië. Daar verwierf hij ook de martelaarskroon op de 2e mei, rond 480.
De heilige martelares Wiborade (Guiborat, Weib-Rath) en haar gezellin Rachilde. Wiborade deed het huishouden van haar broer Hitton, die priester was, en zij leefden samen in een min of meer kloosterlijke gemeenschap. Nadat zij samen een pelgrimstocht naar Rome hadden gemaakt, werd Hitton monnik in de abdij van Sankt Gallen. Na enige tijd werd Wiborade recluse bij de kerk van de heilige Magnus‚ op enige afstand van Sankt Gallen. Op haar gebed geschiedden enkele opzienbarende genezingen. Rachilde sloot zich bij haar aan en werd eveneens recluse op enige afstand.
Toen de Hongaren opnieuw met hun invallen begonnen, wilde Wiborade niet vluchten. De troep viel bij haar binnen, en uit woede dat er geen geld te vinden was, werd zij met bijlslagen afgemaakt, 2 mei 925. Rachilde was tijdig ontkomen en stierf twintig jaar later.
De heilige Walbertus (Gaubert), een legeraanvoerder in het gouvernement Ponthieu, werd monnik in de abdij van Luxeuil bij Besancon, onder het bestuur van de heilige Eustacius. Hij onderscheidde zich zozeer door de intensiteit waarmee hij de volmaaktheid nastreefde, dat hij in 625 gekozen werd als Eustacius’ opvolger. Door zijn meeslepend woord en voorbeeld wist hij allen op te wekken tot een vuriger geestelijk leven. Walbertus is gestorven op deze dag in 665.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren de diaken Felix in Spanje; Saturninus, Neopolus, Germanus en Celestinus, te Rome na veel martelingen in de gevangenis gestorven; en de maagden Elenaria (Helenaria) en Sponsaria, 303.
Eveneens op deze dag de heilige Athanasios van Loebensk, patriarch van Konstantinopel, 1656.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.